Netplan gebruiken om netwerk functionaliteit in te stellen
Op deze pagina:
Netplan gebruikt YAML configuratiebestanden, wat het instellen van het netwerk eenvoudig moet maken. Deze YAML configuratiebestanden voor netplan kan je vinden in /etc/netplan/. De naam verschilt per systeem, maar de bestanden eindigen allemaal op .yaml. Ubuntu server genereert bijvoorbeeld al een ander bestand met een andere naam als Ubuntu desktop.
Om een netwerk interface in te stellen moet je weten wat de naam van die netwerk interface is. Deze kan je te weten komen via ip a:
De naam is in het bovenstaande voorbeeld: enp0s3.
De naam van het YAML configuratiebestand achterhalen:
ls /etc/netplan
01-network-manager-all.yaml
De inhoud van het bestand weergeven:
cat /etc/netplan/01-network-manager-all.yaml
\# Let NetworkManager manage all devices on this system
network:
version: 2
renderer: NetworkManager
Statisch IP adres instellen
Om een statisch IP-adres in te stellen, moet je dhcp uitzetten en zelf de adressen invullen die normaal via dhcp verkregen zouden worden.
Voorbeeld:
network:
version: 2
renderer: NetworkManager
ethernets:
DEVICE_NAME: enp0s3
dhcp4: no
addresses: [192.168.1.219/24]
gateway4: 192.168.1.2
nameservers:
addresses: [8.8.8.8, 8.8.4.4]
Bij dhcp4 mag je ook false gebruiken in plaats van no.
In YAML bestanden wordt de inspringing gebruikt als onderdeel van de syntax, deze moet strikt worden aangehouden, je mag geen tabs gebruiken.
Dynamisch IP adres instellen
Voor een dynamisch IP-adres hoef je alleen DHCP aan te zetten, verder hoef je geen adressen in te vullen.Voorbeeld:
network:
version: 2
renderer: NetworkManager
ethernets:
DEVICE_NAME: enp0s3
dhcp4: yes
Bij dhcp4 mag je ook true gebruiken in plaats van yes.
Nieuwe instellingen testen en actief maken
Voordat je een nieuwe configuratie actief maakt is het verstandig om deze eerst te testen, daar is een opdracht voor:
sudo netplan try
Als er geen probleem is, dan zal er een melding komen dat de configuratie aanvaard is. Als er wel een probleem is, dan wordt teruggegaan naar de laatste werkende configuratie.
Bij geen fouten kan je het nieuwe configuratiebestand actief maken met:
sudo netplan apply
Als je toch nog een foutmelding krijgt, dan kan je deze opdracht uitvoeren om te debuggen:
sudo netplan –d apply
Als alles goed is gegaan, dan kan je de network-manager (op een desktop computer) of system-networkd (op een server) herstarten:
# desktop:
sudo systemctl restart network-manager
# server
sudo systemctl restart system-networkd
Nu kan je weer ip a gebruiken om te zien of alles goed staat.
Meer info
Netplan heeft veel mogelijkheden, voorbeelden zijn te vinden op: Netplan configuration examples.